Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Er zal Mij een wind komen, die hun [32]te sterk zal zijn. Nu zal Ik ook [33]oordelen tegen hen uitspreken. 32. Hebreeuws, vol; dat is te sterk, zodat zij hem niet zullen kunnen verdragen en tegenstaan. Hebreeuws, voller dan zij. Anders: een volle wind van die [plaatsen], te weten die in het voorgaande zijn beschreven. 33. Dat is, mijne vonnissen over hen, dat is, Ik zal recht over hen houden. Zie boven hfdst.1 vs.16. Een ander gebruik dezer manier van spreken hebt gij onder hfdst.12 vs.1.